maandag 8 juni 2009

Contact, daar gaat het om ......




Als we jongeren aan het leren willen krijgen, dan is de basis daarvoor aandacht en veiligheid. In een onveilige situatie trekken jongeren zich terug of komen in opstand. Geleerd wordt er dan niet.
Als er oprechte aandacht is, is er contact. Wanneer er tussen de leerkracht en de jongeren contact is, is dat een goede basis. Er wordt naar elkaar gekeken en geluisterd. Bij contact is de kans groter dat de lesstof op de werktafel komt.

We weten dat om te leren jongeren ook ruimte nodig hebben. Pubers hebben de natuurlijke neiging om grenzen op te zoeken. Dat is normaal gedrag. Het wordt pas probleemgedrag wanneer grenzen stelselmatig worden overschreden.
Bij onze doelgroep moeten we goed nadenken over de vraag welke ruimte past en welke grenzen echt in acht moeten worden genomen.

Blijf in ieder geval het contact zoeken...



De kwadranten in het schema nader toegelicht.

1
De docent is vooral coachend en begeleidend.
Leerlingen kunnen initiatieven nemen, hebben ook keuzes, en de docent stimuleert/accepteert deze ook.
2
De docent stuurt het gedrag van de leerling, corrigeert dit en stelt grenzen. Als de docent grenzen stelt, blijft de leerling zich als persoon gezien en gehoord voelen. De docent heeft hier gezag.
3
De docent volgt de leerling, maar deze ervaart geen wezenlijke interesse. Dit zijn situaties waarin een wederzijdse onverschilligheid ervaarbaar wordt.
4
De docent wil vanuit macht aan de leerlingen opleggen. Er is hier vaak sprake van strijd. Cynisme is ook vaak herkenbaar.

In welk kwadrant zit jij het meest?
Wanneer ben je uit contact?
Welke grenzen zijn belangrijk? Welke ruimte geef je?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten